Je kent het wel, het bezoekje aan de dokter. Ik denk dat het een veel doorleefde gebeurtenis is in de hoofden van collega ouders van kinderen met een UITDAGING!
En daar zat ik dan, weer, de zoveelste keer in de 20 jaren van jouw woelige bestaan. Gewoon een check up voor mijzelf. Ik, in de hoek van de wachtkamer, scan de mensen. Vaak zijn het moeders van kleine kinderen die totaal overstuur zijn geraakt van een virusje. Ik ken het hoor, maar vanuit mijn hoekje in de wachtkamer lijkt het bijna een soort van bizar. “Niet oordelen”, fluistert mijn geweten. “Niet oordelen”, daarom zoem ik terug naar mijn tijd met kleine en jengelende kinderen. Was ik niet net zo?
Ik zak verder weg in mijn mijmeringen en zie het ventje van de zogenaamde ongeruste ouder opstaan. “Mamma, mammaaaaaaaaaaaaaa iek?” Jengelend loopt het jongetje met een speelgoed stethoscoop door de wachtkamer. De gepijnigde moeder kijkt het kind aan. “Ze snapt er geen snars van”, denk ik. Mijn getrainde oor en vele jaren van ervaring maken dat ik de dame in kwestie vriendelijk aankijk en haar bijna belerend vertel: “Hij wil met jou doktertje spelen en vraagt of u ziek bent.” Verbaast kijkt ze mij aan en zegt: “Goh, dat U dat verstaat mevrouw.” Oei, pijnlijk word het duidelijk dat ik in de jaren die achter mij liggen een heuse U ben geworden, hoewel dit niet zo voelt.
En ik geef haar antwoord: “Ik heb thuis ook een peuter.” En denk erachteraan: “Van 20 jaar.”
En ik weet het zeker: IK BEN DOL OP HEM, no matter what. Wat is het leven toch bijzonder en wat heb ik veel mogen leren van hem!
Collega ouders mooi omschreven.
Raak je in gesprek met een over je 3 kids met een rugzak. En van 1 kind vertel je een voorval .Oh doet mijn kind ook. Leg dan dan maar eens uit wat anders is voor mij is opdat moment een collega ouder die ook een kind met een rugzak heeft. Je bent maar een half woord nodig, bijwijze van. En wete precies wat je bedoeld. Wat een fijn gevoel is dat.